Tegenvallende resultaten

Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts duidde eerder al op de ernst van de tegenvallende resultaten. In het PISA-onderzoek valt Vlaanderen voor het eerst uit de top-10 voor leesvaardigheid. Ook voor wiskundige en wetenschappelijke geletterdheid scoren onze vijftienjarigen minder dan vroeger. En uit het Vlaams onderzoek PIRLS Repeat blijkt dat kinderen in het zesde leerjaar onvoldoende leerwinst boeken voor begrijpend lezen. De conclusie van minister Weyts was duidelijk: “We moeten nú ingrijpen.”

Nederlands als fundering

Vlaams Parlementslid Annabel Tavernier geeft Ben Weyts gelijk. “Vlaanderen hinkt achterop op voor begrijpend lezen en moet een grote groep toplanden laten voorgaan.” Ze vindt dat minister Weyts terecht een sterke kennis van het Nederlands als rode draad doorheen zijn beleid hanteert. Meer dan elders worden in Vlaanderen prestaties verklaard worden door achtergrondkenmerken zoals thuistaal en migratie. “Met zijn beleid erkent de minister duidelijk dat het Nederlands de fundering vormt waarop alle andere vormen van leren steunen. Hij scherpt bovendien de eindtermen aan, onder meer door ‘begrijpend lezen’ in de toekomst expliciet op te nemen.”

Lezen hip maken

En dan is er hoe Vlaamse leerlingen naar lezen kijken. PIRLS Repeat toont aan dat het leesplezier en -motivatie verder afnemen tussen het vierde en het zesde leerjaar. Tavernier vindt dat niet helemaal onlogisch. “Wie iets niet goed kan, doet het meestal ook niet graag. Tijd dus om het roer grondig om te gooien en lezen opnieuw ‘hip’ te maken, nét door in te zetten op de technische leesvaardigheid van kinderen en zo het leesplezier te vergroten.”

Wiskunde: aandeel toppresteerders halveert

Ook voor wiskunde doen we het slecht, stelt Koen Daniëls vast. Het aandeel toppresteerders wiskunde is op 15 jaar tijd zelfs gehalveerd én die trend wordt niet omgebogen. “We halen niet meer het maximum uit onze leerlingen. We moeten grondig bestuderen hoe wiskunde werd onderricht in Vlaanderen vóór 2003, toen de scores nog top waren. En hoe ze het doen in landen waar de scores wel top blijven. Welke leerstof werd en wordt gevraagd en hoe werd die aangeboden? Hoe wijzigde dit de laatste jaren? Er moet daarbij zeker niet alleen naar de leerkracht of de overheid gekeken worden, maar ook naar de scholen en koepelstructuren.”

Sterke basis voor alle leerlingen

Daniëls beklemtoont dat internationale onderzoeken zoals PISA belangrijk zijn om Vlaanderens internationale positie te zien. “Het is nu belangrijk om snel werk te maken van een versterkte kennisbasis. Met gestandaardiseerde en genormeerde leerwinstproeven kunnen we nog korter op de bal spelen en de leerwinst bij leerlingen in kaart te brengen. Daarmee kunnen we het beleid van alle betrokken onderwijsactoren -inclusief de aansturing vanuit koepels- evalueren. Bij de ontwikkeling van de nieuwe eindtermen voor het lager onderwijs en de tweede en derde graad van het secundair onderwijs, zullen we dan ook die onderdelen concreet op moeten nemen die onze leerlingen klaarblijkelijk niet beheersen. Zo garanderen we voor alle leerlingen een sterke basis en duidelijkheid voor leerkrachten dat kennis mag en moet naast vaardigheden en attitudes.”

Onderwerpen